Tentamens en examens vormen een integraal onderdeel van elke studie in het hoger onderwijs. Doorgaans verlopen toetsen zonder problemen, maar steeds vaker zijn studenten ontevreden met de wijze waarop toetsen worden afgenomen of worden nagekeken.

Het verschil tussen tentamen en examen

Elke opleiding in het hoger onderwijs wordt afgerond met een examen. Dat is meestal niet een groot schriftelijk examen zoals je van de middelbare school gewend bent. Het examen bestaat doorgaans uit het geheel van de tentamens van de opleiding. Heb je alle tentamens met een voldoende afgerond, dan heb je ook het examen behaald.

Daarin zit ook het verschil tussen examens en tentamens. Een opleiding eindigt met een examen. Een onderwijseenheid (vak, cursus) eindigt met een tentamen. Alle tentamens samen vormen het examen. Sommige opleidingen kennen daarnaast nog een extra examentoets of –opdracht. 

De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW)

Onderwijsinstellingen hebben een grote mate van vrijheid in het opstellen van de regels die zij hanteren in de opleiding, alsmede de tentamens en examens. Deze regels worden voor een groot deel vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Per opleiding wordt door de onderwijsinstelling een OER opgesteld.

Regelgeving begint echter bij de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. De wet regelt een klein aantal elementen zelf, en bepaalt dat de onderwijsinstellingen de rest zelf mogen regelen in de OER.

De wet bepaalt onder meer dat de Examencommissie belast is met het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens. De Examencommissie zorgt bijvoorbeeld voor de planning van de tentamens en is bevoegd op te treden in geval van fraude of plagiaat.

Voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan wijst de examencommissie examinatoren aan. De examencommissie is dus niet bevoegd zelf een gemaakt tentamen te beoordelen en/of een cijfer te geven. De examencommissie moet een examinator aanwijzen (meestal een docent) en die is bevoegd het tentamen na te kijken en een cijfer te geven.

Ben je het niet eens met je cijfer? Dan moet je dus niet bij de examencommissie zijn, maar bij de examinator. Als je er met de examinator niet uitkomt kun je in beroep bij het College van Beroep voor de Examens.

De Onderwijs- en Examenregeling (OER)

In de onderwijs- en examenregeling worden, per opleiding of groep van opleidingen, de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot het onderwijs en de examens. Daaronder worden ten minste begrepen:

  • de inhoud van de opleiding en van de daaraan verbonden examens;
  • het aantal tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden;
  • of de tentamens mondeling, schriftelijk of op een andere wijze worden afgelegd, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie in bijzondere gevallen anders te bepalen;
  • de termijn waarbinnen de uitslag van een tentamen bekend wordt gemaakt.

In de Onderwijs- en Examenregeling zijn veelal ook regels vervat over fraude en plagiaat. Sommige onderwijsinstellingen hebben er echter voor gekozen deze regels los vast te leggen in een fraude- en plagiaatreglement.

Tentamenkansen: recht op extra toetskans?

Het aantal tentamenkansen dat een student heeft is vastgelegd in de OER. Dit kan per onderwijseenheid verschillen. Bij de meeste onderwijsinstellingen krijgen studenten per collegejaar tweemaal de mogelijkheid om voor een vak een tentamen af te leggen.

Onderwijsinstellingen zijn strikt genomen niet verplicht (minimaal) twee kansen per jaar aan te bieden. Wel zijn zij verplicht een ‘studeerbare’ opleiding aan te bieden. Dat betekent dat studenten wel een redelijke mogelijkheid moet worden geboden achterstanden in te kunnen halen. Dit wordt ook getoetst door de Nederlands Vlaams Accreditatieorganisatie (NVAO).

In bijzondere omstandigheden kan aan een student een extra tentamenkans worden toegekend. Je kunt daartoe een verzoek indienen bij de Examencommissie. Je hebt daarvoor geen juridische bijstand nodig. Geef in je verzoekschrift duidelijk aan waarom het je niet gelukt is met de bestaande kansen het vak te behalen en waarom de Examencommissie voor jou een uitzondering zou moeten maken door jou een extra kans te geven. Wijst de Examencommissie je verzoek af, dan kun je tegen die afwijzing in beroep bij het College van Beroep voor de Examens. Ga je in beroep bij het College van Beroep voor de Examens, dan is juridische bijstand wel aan te raden. 

Ik ben het niet eens met mijn cijfer. Wat kan ik doen?

Het staat je vanzelfsprekend altijd vrij in overleg te treden met de examinator (de docent die jouw werk heeft nagekeken). Het beste kun je echter een beroep indienen bij het College van Beroep voor de Examens (CBE).

Let op! De beroepstermijn bedraagt zes weken. De zes weken beginnen te lopen op de dag na de bekendmaking van het cijfer.

Als je na zes weken nog geen beroepschrift hebt ingediend ben je te laat. Een beroepschrift dat te laat wordt ingediend wordt niet behandeld, behalve in zeer bijzondere gevallen.

Omdat de examinator als enige bevoegd is de tentamens na te kijken kun je het College van Beroep voor de Examens niet vragen jouw tentamen opnieuw na te kijken. Het College zal dan ook geen oordeel kunnen geven over wie er ‘gelijk’ heeft of wat het juiste antwoord op een tentamenvraag zou moeten zijn.

Het College van Beroep voor de Examens kan alleen toetsen of het tentamen op de juiste wijze is nagekeken. Daarbij kan het College bijvoorbeeld toetsen:

  • Of het tentamen is nagekeken door een examinator, die door de examencommissie benoemd was;
  • Of de beoordeling strookt met het antwoordenmodel / beoordelingsformulier;
  • Of het tentamen is nagekeken aan de hand van het juiste antwoordenmodel / beoordelingsformulier.

Het College van Beroep voor de Examens kan dus alleen ingrijpen als er duidelijk fouten zijn gemaakt bij de beoordeling. Als je beroep slaagt, wordt je tentamen opnieuw nagekeken, door een andere examinator.

De praktijk wijst uit dat het College van Beroep voor de Examens veel – circa 80% – van de beroepen ongegrond verklaard. Vaak komt dit doordat studenten zelf de procedure voeren, zonder bijstand van een advocaat, en niet goed weten welke punten belangrijk zijn in een beroepschrift en tijdens de hoorzitting. 

Meer informatie
Onze specialisten Onderwijsrecht ondersteunen honderden studenten bij procedures en rechtszaken. Wanneer je rechtsbijstand nodig hebt in een procedure neem dan vrijblijvend en rechtstreeks contact op met onze Vakgroep Onderwijsrecht. Mail hiervoor naar: vanrens@honoreadvocaten.nl, karmiris@honoreadvocaten.nl, of bel: 030 214 51 50.