De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) biedt universiteiten en hbo-instellingen de mogelijkheid om voorschriften te geven en maatregelen te nemen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en terreinen van de onderwijsinstelling. Die maatregelen kunnen inhouden dat aan een student die de bedoelde voorschriften heeft overtreden, de toegang tot die gebouwen en terreinen geheel of gedeeltelijk voor de tijd van ten hoogste een jaar wordt ontzegd.

Wanneer mag een onderwijsinstelling een student schorsen?

Een student moet zich echt ernstig hebben misdragen wil een schorsing tot de mogelijkheden kunnen gaan behoren.

Het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) heeft in dit kader herhaaldelijk en duidelijk aangegeven dat een schorsing van een student moet worden aangemerkt als een straf. Een straf mag alleen worden opgelegd als dat gerechtvaardigd is. Aan een schorsing dient de onderwijsinstelling dan ook feiten, omstandigheden en verklaringen ten grondslag te leggen die de schorsing (en de duur daarvan) kunnen dragen.

De onderwijsinstelling zal dan ook allereerst alle feiten moeten vaststellen. Die feiten moeten zo ernstig zijn dat aan de onderwijsinstelling de bevoegdheid toekomt om een disciplinaire maatregel (zoals een schorsing) aan een student op te leggen. Vervolgens zal de onderwijsinstelling ook aannemelijk moeten maken dat de door haar opgelegde maatregel als een passende sanctie kan worden aangemerkt.

 Schorsing vaak te zwaar

Het komt regelmatig voor dat niet aan deze twee bovengenoemde voorwaarden is voldaan. Er zijn dan ook vele voorbeelden bekend waarbij een CBE of het CBHO tot de conclusie is gekomen dat de beslissing van de onderwijsinstelling om een student te schorsen niet gerechtvaardigd is. In die gevallen is sprake van een onzorgvuldig besluit.

Bij een schorsing moet de onderwijsinstelling zo veel mogelijk voorkomen dat de student studievertraging oploopt. Het moet mogelijk zijn voor de student om tentamens af te leggen, zo nodig op een andere locatie. Ook moet de student de kans krijgen thuis het onderwijs voort te zetten door middel van zelfstudie.

Als het CBE of het CBHO het schorsingsbesluit vernietigt kan een student op grond van onrechtmatige daad of wanprestatie een schadevergoeding vorderen. Alleen is dit achteraf optreden en is de schade dan dus al geleden. Het verdient dan ook de voorkeur om als student direct stappen te ondernemen wanneer de onderwijsinstelling een disciplinaire maatregel zoals schorsing heeft opgelegd. Wellicht dat dan al in een vroegtijdig stadium de maatregel ongedaan gemaakt kan worden en dus (verdere) schade kan worden voorkomen.

Meer informatie
Onderwijsinstellingen kiezen er steeds vaker voor studenten te schorsen. Dat is lang niet altijd de beste oplossing. Een schorsing heeft voor studenten immers grote gevolgen, waaronder het risico op studievertraging. Ben jij ook ten onrechte (lang) geschorst? Neem dan vrijblijvend en rechtstreeks contact op met onze Vakgroep Onderwijsrecht. Mail hiervoor naar: karmiris@honoreadvocaten.nl, vanrens@honoreadvocaten.nl of bel: 030 214 51 50.