Scholen hebben een scala aan bevoegdheden die zien op de (tijdelijke) beëindiging van de opleiding. Zo kan een school door de onderwijsovereenkomst te beëindigen een student uitschrijven. Ook kan een school een student de toegang tot het onderwijs ontzeggen of tijdelijk schorsen. Wat voor gevolgen heeft dit allemaal voor de relatie tussen de school en de student? En hoe zit het nu met het terugkrijgen van lesgeld bij tussentijdse beëindiging van de opleiding?

Schorsing

Een schorsing is een besluit van de school om de student, wegens een bepaalde gedraging, tijdelijk niet toe te laten tot lessen of tot de school. Aanleiding tot schorsing kan bijvoorbeeld zijn:

  • Het beschadigen van een schoolgebouw, eigendommen van school, medewerkers of medestudenten;
  • Het opzettelijk beledigen of bedreigen van studenten of medewerkers;
  • Na herhaalde waarschuwingen en sancties hetzelfde gedrag blijven vertonen.

Een schorsing wordt per bijzondere gebeurtenis beoordeeld. Dat geldt ook voor de duur van de schorsing. In de praktijk blijkt dat een eerste schorsing vaak wordt beperkt tot 2 dagen, om te voorkomen dat studenten studievertraging oplopen. 

Schorsingsbevoegdheid en motivering

In de wet is niets geregeld over de schorsingsbevoegdheid van een school. Het onderwerp komt wel vaak terug in de regels die scholen opstellen. Die regels zijn terug te vinden in de onderwijsovereenkomst en het studentenstatuut, het examenreglement en/of de onderwijs- en examenregeling. Het beleid over schorsing kan dus verschillen per school.

Een schorsing is een zware maatregel die veel impact kan hebben. Daarom dient het opleggen van een schorsing met waarborgen te zijn omkleed. Een student moet worden gehoord. En als de school het voornemen heeft om de student te verwijderen dan moet zij dat met zoveel woorden vermelden.

Ook moet de opgelegde maatregel proportioneel zijn. Bij een eerste schorsing vanwege een woordenwisseling is het bijvoorbeeld niet proportioneel om een student een week te schorsen. Verder moet de mogelijkheid worden geboden om in bezwaar te kunnen gaan. De meeste scholen zijn aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De student kan daar een klacht indienen tegen zijn school. 

Verwijdering van een student

Ook over de definitieve verwijdering van een student regelt de wet weinig. In de wet is alleen aandacht geschonken aan leerplichtige studenten. Een school mag alleen een leerplichtige student verwijderen nadat zij een andere school heeft gevonden die bereid is om de student toe te laten.

Voor overige regels over verwijdering moeten de interne regels van een school worden gevolgd. Meestal bevat het studentenstatuut van een school alle regels over schorsing en verwijdering. Zo is verwijdering in het studentenstatuut van het ROC van Amsterdam (ROCVA) gedefinieerd als:

Het definitief uitsluiten van het volgen van alle opleidingen die door de instelling verzorgd worden.

Dat betekent dat als de student definitief is verwijderd, hij ook geen andere opleidingen mag volgen aan het ROC van Amsterdam.

Verder blijkt uit het studentenstatuut dat het ROC van Amsterdam de disciplinaire maatregelen goed heeft vastgelegd. In artikel 23 van het studentenstatuut is opgenomen dat als een student zich gedraagt op een manier die in strijd is met de regels van de instelling, disciplinaire maatregelen kunnen worden getroffen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de soort maatregelen: lichte en zwaardere maatregelen.

Lichtere maatregelen zijn bijvoorbeeld: uit de les sturen, extra werkopdrachten of een corrigerend gesprek. Bij zwaardere maatregelen denkt het ROC van Amsterdam aan overplaatsing en verwijdering. Een student wordt verwijderd als sprake is van bijvoorbeeld (herhaalde) ordeverstoring, diefstal, afpersing, geweldpleging en gebruik van drugs.

Een verwijderingsbesluit heeft zeer verregaande consequenties voor een student. Het besluit dient daarom met waarborgen te zijn omkleed. Een student moet worden gehoord. Ook moet de opgelegde maatregel proportioneel zijn. Verder moet de mogelijkheid worden geboden om in bezwaar te kunnen gaan. Het is ook mogelijk om een geschil voor te leggen aan de rechter.

Zo moest de rechter in Breda (d.d. 20 december 2013) oordelen over de vraag of de school een student mocht verwijderen omdat hij een DDoS-aanval (computeraanval) had uitgevoerd op het ICT-netwerk van de school:

Doorslaggevend is dat de student spijt heeft betuigd, volledige medewerking heeft verleend aan het onderzoek en uitleg heeft gegeven over hoe het zo ver heeft kunnen komen. De sanctie verwijdering is te zwaar. De student dient weer toegelaten te worden tot het onderwijs. 

Uitschrijving

Niet alleen de student kan zich uitschrijven voor de opleiding, een school kan ook de student uitschrijven. Onderwijsinstellingen mogen studenten bijvoorbeeld uitschrijven wanneer een negatief bindend studieadvies op basis van onvoldoende studievoortgang is afgegeven.

Terugbetaling van cursusgeld

Bij studenten leeft het beeld dat bij een tussentijdse beëindiging van de opleiding het recht op teruggave bestaat van (een gedeelte van) het cursusgeld. Dat is onder omstandigheden juist, maar lang niet altijd.

In de wet staat dat indien de inschrijving wordt beëindigd wegens een bijzondere omstandigheid (denk hierbij aan zwangerschap, ernstige ziekte of familieomstandigheden), het cursusgeld voor het betreffende cursusjaar op aanvraag van de student geheel of gedeeltelijk wordt terugbetaald.

De terugbetaling is voor één twaalfde deel voor iedere in dat cursusjaar resterende hele maand waarin de student niet lang is ingeschreven.

Meestal zijn de bijzondere omstandigheden uitgewerkt in de onderwijsovereenkomst of toepasselijke voorwaarden zoals het studentenstatuut.

Een teruggave verzoek moet zijn gericht aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Op de website van DUO is daarvoor een formulier beschikbaar gesteld. 

Niet gerechtigde deelname onderwijs: schadevergoeding verschuldigd?

Het moge duidelijk zijn dat als een student is geschorst, verwijderd of uitgeschreven hij geen recht heeft op onderwijs bij de betreffende school. Toch komt het voor dat studenten naar school gaan of onderwijs proberen te volgen om studievertraging te beperken. Voor studenten van hogescholen en universiteiten is dat bijzonder onverstandig. In de wet staat namelijk dat zij een boete riskeren van meer dan € 4.000,-.

In de wet is echter niets geregeld over niet gerechtigde deelname aan het onderwijs door mbo-studenten. Vast staat in ieder geval dat mbo-studenten niet op grond van de wet een boete riskeren. Het kan wel zijn dat in de onderwijsovereenkomst aanvullende bepalingen hierover zijn opgenomen. Er heeft zich in ieder geval geen zaak voorgedaan bij de rechter.

Zoals uit dit artikel blijkt moeten geschillen over schorsing, verwijdering en uitschrijving op individuele basis worden behandeld. De regels hierover verschillen vaak per school en kunnen ook verschillen per student.

Meer informatie
Heb jij te maken met een schorsingsbesluit of word je verwijderd? Een van onze specialisten Onderwijsrecht voorziet jou graag van advies. Neem vrijblijvend en rechtstreeks contact op met onze Vakgroep Onderwijsrecht. Mail hiervoor naar: karmiris@honoreadvocaten.nl, vanrens@honoreadvocaten.nl, of bel: 030 214 51 50.